Ik kan het niet of ik kan het nog niet? Wat hoor jij liever? Hoogbegaafde kinderen willen nog weleens zeggen dat ze iets niet kunnen. Vaak komt dit uit onzekerheid, niet gemotiveerd zijn, iets niet leuk vinden of uit verveling kunnen aangeven dat zij/hij iets niet kunnen.
‘Ik kan het niet’ is één van de meestgebruikte zinnen bij de hoogbegaafde kinderen die ik begeleid
Bij bijna alle hoogbegaafde kinderen die ik begeleid, wordt er één zin het meeste gezegd bij de start van mijn begeleiding en dat is “ik kan het niet”.
En ik hoor dit niet alleen bij de kinderen in mijn begeleiding, maar ook bij de ouders die ik ondersteun of bij mijn eigen kinderen. En eerlijk gezegd zeg ik het zelf ook nog best wel eens. ?
Woordgebruik & mindset
Toch kun je dit op een eenvoudige manier iets anders zeggen en dat is door het woordje NOG toe te voegen aan de zin “Ik kan het niet”.
Dus dan zeg je ik kan het NOG niet in plaats van ik kan het niet. Dit maakt al een enorm verschil. En door dit als ouder zelf te gebruiken doe jij dit (on)bewust al voor en geef je eigenlijk aan dat als je veel oefent iets kunt leren.
Hierdoor ontstaat een verandering van mindset. Probeer het maar uit! Het werkt echt.
Zet jij het woordje NOG al in als iets bij jezelf niet lukt? Of zou je dit woord meer willen gebruiken?